Persconferentie informateur Kim Putters

De Tweede Kamer heeft de heer Kim Putters aangewezen als informateur.

Kamervoorzitter Martin Bosma heeft hem op 14 februari ontvangen en de informateur de opdracht overhandigd.

Tijdens een persconferentie in de Wttewaall van Stoetwegenzaal geeft informateur Kim Putters een korte toelichting op zijn werkzaamheden.

PUTTERS
Goedemorgen allemaal. Goed u te zien. Laat ik beginnen met waarom ik hier sta. We staan toch als land voor hele grote uitdagingen. Het is ontzettend belangrijk dat er snel een goede samenwerking tussen een kabinet en een parlement komt. Er zijn veel tegenstellingen in de samenleving, ook in het parlement. Dat hebben we ook in het debat gisteren weer gezien. En ik denk dat als er een beroep op je wordt gedaan om te kijken of je tot verbinding kunt komen, tegenstellingen kunt overbruggen, dat heb ik ook in mijn eerdere rollen in mijn huidige rol als SER-voorzitter veel moeten doen. Dat is de reden dat ik hier sta en dat ik u graag wil toelichten hoe ik naar de opdracht kijk. Volgens mij is het ongelofelijk belangrijk dat een kabinetsformatie een zorgvuldig en precies proces is waarbij ook de dialoog goed te volgen is door de samenleving, door de pers, door het parlement zelf. En de volgende fase in deze kabinetsformatie moet dat kenmerk ook hebben. Er is gisteren ook veel gesproken over vormen van kabinetten, kom ik zo even op terug. Maar er zijn ook veel beelden over en het is belangrijk dat we daar precies in zijn met elkaar. Ik heb gisteren van de Tweede Kamer de opdracht gekregen, gisteren bij de voorzitter ook getekend, om in een ronde van maximaal vier weken de mogelijkheden te verkennen tot een vruchtbare samenwerking met een nieuw te vormen kabinet en het parlement. Dus ook de beide Kamers. En te onderzoeken naar een variant die ook recht doet aan de verkiezingsuitslag met de verschuiving die daarbij hebben plaatsgevonden. Het is de bedoeling om daarover in gesprek te gaan met alle fractievoorzitters en daarbij vooral te kijken welke mogelijke vormen dus ook draagvlak zouden kunnen hebben. Dat is belangrijk omdat, ik zei het u daarnet al, er leven veel discussies over extraparlementair, gedogen, minderheid, en ik geloof dat ook verschillende fractievoorzitters gisteren in het debat letterlijk ook hebben aangegeven ‘we weten eigenlijk ook niet precies wie nu wat ermee bedoelt’. Dus het is ook belangrijk om daadwerkelijk alle fractievoorzitters te spreken daarover. Of ze nu wel of niet in een coalitie zullen toetreden, is het voor überhaupt de samenwerking tussen een nieuw kabinet en een parlement van belang dat we elkaars beelden daarvan kennen en dat we ook weten hoe partijen daar in staan. Dus ik hoop van harte dat iedereen op die uitnodiging in zal gaan. Dat verwacht ik ook. En ik vind het dus ook nodig om tot een oordeel over die vruchtbare samenwerking te kunnen komen. Laat ik eerlijk zeggen dat ik ook wel enigszins verrast ben dat ik hier nu sta. Ik was met andere dingen bezig bij de Sociaal Economische Raad. U hebt daar ook ongetwijfeld de laatste tijd rapporten over voorbij zien komen. Maar zoals ik daarnet al zei, de grote uitdagingen waar Nederland voor staat verdienen ook nu een proces waarbij haast geboden is, waarbij ook het politieke proces verder kan gaan. En als ik daar een bijdrage aan kan leveren, dan wil ik dat doen. Dat betekent ook dat ik de komende maand niet in mijn rol als SER-voorzitter zal zijn. Mijn taken worden waargenomen door de vicevoorzitters. En ik zal mij dus vol concentreren op de opdracht die ik heb gekregen. Ik ben mij ervan bewust dat het ook een lastige klus is, gegeven het ingewikkelde politieke landschap. Ik heb gisteren ook de hele dag goed naar het debat gekeken. Goed geluisterd. En dat ook geprobeerd goed tot mij te nemen. En ik hoop daar ook mijn voordeel de komende weken mee te kunnen doen. Ik zei al: de nadruk zal dus liggen op de mogelijke vorm van het kabinet, dat zal het accent hebben. En ik hoop u ook hierbij uitgelegd te hebben waarom ik het ook belangrijk vind om daar precies in te zijn. Zodat iedereen ook in het vervolgproces kan volgen over wat voor soort samenwerking we het nu eigenlijk hebben. Nou, hoe zal ik te werk gaan? Ik hoop dat u begrijpt dat ik mij ook eerst goed ga inlezen. Nou is natuurlijk wel het voordeel dat ik denk dat ik wel op zich redelijk bij ben, maar het is toch belangrijk om even goed wat er de afgelopen maanden is gepasseerd en alles goed tot mij te nemen. Ik zal uiteraard met mijn voorganger Ronald Plasterk spreken. Dat zal vanmiddag al gebeuren. Dus we gaan gelijk van start. Maar ik wil dat ook grondig en zorgvuldig doen. Ik denk dat deze fase in de formatie echt belangrijk is dat we precies in beeld brengen wat die samenwerkingsvormen nu behelzen. Dus dat betekent dat ik ook met een aantal experts zal gaan praten die daar veel verstand van hebben, ook onder welke condities kabinetsconstructies kunnen gaan werken, wat je daar dan voor nodig hebt. Want dat moeten we natuurlijk weten over vier weken. Dus ik zal morgen met Herman Tjeenk Willink spreken en ook met Thom de Graaf spreken. En daarna heeft de Kamer volgende week reces. Ik zal die week benutten om grondig een analyse te maken. Grondig de gesprekken voor te bereiden. En dan in die week daarna in een marathonweek zullen we maar zeggen, met alle fractievoorzitters, die gaan we uitnodigen in ieder geval, te spreken en te kijken in hoeveel stappen we dan verder komen. En uiteindelijk, ik moet het binnen vier weken doen, wat sneller kan zal ik sneller doen. Maar het is een korte periode. Maar in ieder geval uiterlijk in de week van 11 maart zullen we met een verslag moeten komen. Misschien tot slot, de communicatie. Ik zal uiteraard via de communicatie en de woordvoering duidelijk maken met wie we spreken, daar uiteraard transparant over zijn, ook op gezette tijden u informeren. Maar u kunt natuurlijk ook altijd de vragen bij ons neerleggen. Ik denk dat ik het daar even bij laat en uw vragen graag beantwoord.