Wijffels biedt eindverslag aan de Koningin aan
Informateur Wijffels heeft zijn eindverslag aangeboden aan koningin Beatrix. Hij adviseert de Koningin om CDA-fractievoorzitter Balkenende te benoemen tot formateur van een kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie.
Informateur Wijffels beschrijft in zijn eindverslag de werkzaamheden die hij heeft verricht sinds zijn benoeming op 20 december 2006.
Op 8 februari 2007 heeft de Tweede Kamer een kort debat gehad met de informateur over het coalitieakkoord. De fractievoorzitters van CDA, PvdA en ChristenUnie hebben daarin geen aanleiding gevonden om wijzigingen aan te brengen in het akkoord.
Vervolgens concludeerden de fractievoorzitters dat op basis van het coalitieakkoord kan worden overgegaan tot de formatie van een kabinet bestaande uit CDA, PvdA en ChristenUnie. Ook concludeerden zij dat een formateur, van CDA-huize, kan worden aangewezen.
Wijffels schrijft in zijn eindverslag dat hij de Koningin adviseert 'de heer mr.dr. J.P. Balkenende te benoemen tot formateur en deze te verzoeken op de kortst mogelijke termijn een kabinet te vormen bestaande uit CDA, PvdA en ChristenUnie'.
Inleiding Wijffels bij persconferentie over eindverslag
Informateur Wijffels:
Dames en heren, ik heb zojuist mijn eindverslag uitgebracht aan Hare Majesteit
de Koningin. Ik wil u een paar dingen vertellen over wat daar in staat. U weet
er al van dat daar een beschrijving in staat van het proces dat heeft
plaatsgevonden tussen 20 december, de dag waarop ik mijn opdracht heb gekregen
en vandaag, de dag waarop ik mijn opdracht heb afgerond met dat akkoord dat ik
haar ook heb aangeboden.
In mijn aanbiedingbrief is vervat de aanbeveling om de heer Balkenende te benoemen tot formateur. Dus we zullen daar neem ik aan later vandaag wel meer over vernemen. Wat ik inleidend hier wil doen is u een korte toelichting geven op het proces. Daarnaast wil ik aan het eind ook nog een duiding geven van de hoop die ik heb dat gaat gebeuren met datgene wat in dat akkoord is opgeschreven.
Ik heb een eerste gesprek gehad met de drie fractievoorzitters op 21 december, de dag van de zonnewende. Daar hebben we vooral gesproken over de vraag:hoe gaan we het doen. Daar hebben we toen ook de afspraken gemaakt over onze inmiddels nogal besproken werkmethode. De conclusie toen was: we willen geconcentreerd werken, zo snel mogelijk. Ik heb destijds ook aan u verteld dat dit ook mijn persoonlijke insteek was. We wilden geconcentreerd werken op externe locaties. Ik heb geloof ik in het contact met u toen al gesproken over locaties buiten het Binnenhof. (Wat nog iets anders is dan buiten Den Haag). Maar goed, externe locaties zodat we redelijk ongestoord gedurende 3 dagen geconcentreerd konden werken aan de opdracht. We hebben daarna, de heer Van der Wulp en ik samen in belangrijke mate met andere leden van het ondersteunende team een planning gemaakt. Ik kan u melden dat wij ons tot op de dag nauwkeurig hebben gehouden aan die planning. Die mondde uit in een afronding van het akkoord in deze week. Dus vandaar dat we hier vandaag zitten. We hebben die planning heel consciƫntieus aangehouden en gevolgd. Als je kijkt naar het eigenlijke proces dat heeft zich voltrokken in precies 5 weken. We hebben het eerste gesprek gehad op 3 januari. En het feitelijke akkoord van de fracties was er op 6 februari. Dat is dus op de kop af precies 5 weken. In 5 weken hebben we dit akkoord gemaakt met z'n allen.
De basisstructuur van het akkoord dat u inmiddels allemaal kent, is in feite al ontstaan in de eerste sessie. Dus in de 3 dagen Beetsterzwaag hebben we die grondstructuur met die 6 pijlers gecreƫerd. De zes pijlers, zoals die later ook in het akkoord zijn neergeslagen, hebben we in Beetsterzwaag al geformuleerd. De kern daarvan, zoals ik dat zie, is wat wel bekend staat als de Triple P, die in het bedrijfsleven al veel langer een soort kern is van het formuleren van doelstellen. Dat is het evenwicht tussen het sociale aspect, het ecologische aspect en in toenemende mate ook op basis daarvan een vitaal economische kant. Dus die driepoot als het ware is de drager, de structuur van dit akkoord geworden. De drie p's staan voor: People, Planet en Profit. Dus dat is in het Nederlands gezegd: het gaat over het sociale, het gaat over het ecologische en het gaat over het economische. Die hebben een onderlinge samenhang en dat is dus eigenlijk de grondstructuur van dit akkoord. En daar omheen zijn dan een aantal aspecten ook van groot belang zoals de externe rol en de positie van dit land in internationale context, zoals kwaliteit na te streven op de kerntaken van de overheid, zoals veiligheid maar ook op het terrein van publieke diensten en de wijze waarop de overheid zich verhoudt tot de samenleving en de burgers.
En als laatste element een solide financieel beleid, een solide financieel kader. Daar is de laatste tijd al het nodige over gezegd. Ik verbaas me daarover wat daarover door sommigen wordt gezegd, want als je het nou helemaal vertaalt naar een cruciale parameter over de soliditeit van het voorgenomen beleid, dan zou je als zodanig de ontwikkeling van de staatsschuldquote kunnen zien. Dat is dus de verhouding tussen het bruto nationaal product en de omvang van de staatsschuld. Die is op dit moment 50 procent. Dus de staatsschuldquote, de staatsschuld is half zo groot als wat we jaarlijks met elkaar in dit land verdienen. En die parameter, die staatsschuldquote gaat als dit beleid wordt uitgevoerd zoals het in het akkoord staat omlaag van 50 procent naar in de orde van 40 procent. Als je het rechtstreeks uitrekent op basis van bepaalde veronderstellingen 41 procent. Dus aan het einde van die kabinetsperiode, dat is het voornemen van de coalitiepartners, is de staatsschuld als percentage van het bruto nationaal product zo'n 10 procentpunten teruggelopen. Als u daar dan van zegt: dat is potverteren dan begrijp ik dat niet helemaal, laat ik het voorzichtig zeggen.
Op basis van de grondstructuur hebben we verder gewerkt aan de uitwerking. U hebt u ook gezien op sommige punten, dat dit ook tot in vrij vergaand detail is gebeurd. En ook in dat kader hebben we oplossingen gezocht en gevonden voor strijdpunten zoals die ook in de voorliggende fase aan de orde waren gekomen in het verkiezingsproces.
Vervolgens wil ik u nog wel deelgenoot maken van laat ik het toch maar noemen: mijn hoop wat er nou verder met dit akkoord gaat gebeuren ook in de Nederlandse samenleving. Dat wil ik ook om te beginnen in historisch perspectief plaatsen. Je zou kunnen zeggen dat de opbouw van de verzorgingsstaat zoals die in de jaren '50 van de twintigste eeuw is gestart en vervolgens eigenlijk een aantal decennia heeft voortgeduurd, dat dat achteraf gezien, laten we zeggen een groot maatschappelijk project is geweest waarvan de kern was een bepaald sociaal contract, waarbij als het ware de overheid een zekere belofte deed aan de burgers in dit land over de wijze waarop zekerheid werd verschaft. Dat is vooral gebeurd door een zeer uitgewerkt stelsel van uitkeringen te ontwikkelen.
Je zou kunnen zeggen dat de laatste 10-15 jaar heel sterk in het teken hebben gestaan van het amenderen en in een aantal gevallen ook corrigeren van dat bouwwerk van die verzorgingsstaat. Heel specifiek voorbeeld daarvan is de verandering van de WAO. In het op uitkeringen verschaffen gerichte stelsel zijn we dichtbij geweest van de miljoen mensen geweest die in dat stelsel zaten. Dat is zeer ver gaand geamendeerd, nu is de instroom aanzienlijk beperkter geworden en is niet zo zeer het verschaffen van uitkeringen meer het uitgangspunt, maar is het verschaffen van de mogelijkheid voor mensen om bij te blijven in de ontwikkelingen en de mogelijkheid om aan het werk te blijven eigenlijk het vertrekpunt van het verschaffen van zekerheid.
Dat is in aanleg het tot stand brengen van een nieuw sociaal contract. Als ik vanuit mijn optiek - dus ik praat hier niet namens de coalitiepartners maar namens mezelf, hoe ik nou kijk naar dat coalitieakkoord - dan zeg ik dat daar een poging wordt gedaan om de basis te leggen voor een nieuw sociaal contract waar ook een nieuw maatschappelijk project aan te verbinden valt dat overigens breder is dan alleen maar dat sociaal contract. De kern van dat sociaal contract is dat we zekerheid niet zo zeer moeten ontlenen aan een uitkeringsstelsel. Nee, die zekerheid moeten we ontlenen - in de hele context die ontstaan is door de globalisering en de ontwikkeling en in de EU - dat we in die dynamische context moeten ontlenen aan de dynamiek en mensen moeten helpen om in die dynamische ontwikkelingen in positie te blijven, in staat te blijven om mee te doen door te investeren. Te investeren niet alleen aan het begin van een mensenleven in de opleiding en kwalificaties, maar dat ook te doen tijdens de loopbaan. Op die manier kan je menselijk kapitaal in staat houden tot op latere leeftijd actief te blijven en relevant te blijven. Dat is als het ware de kern van wat ik zou willen duiden als een nieuw sociaal contract.
Dat kun je ook zien, zeker als in die driepoot - de drie p's - ook het ecologische aspect erbij betrekt. Dat aspect uit zich vooral op het gebied van nieuwe energiesystemen en op het klimatologische aspect dat zich vooral uit in het ontwikkelen van nieuwe weerbaarheid in deze delta. Dan heb je eigenlijk alles bij elkaar een nieuw maatschappelijk project te pakken. Dat is wat ik ook hoop; dat dit de komende periode gebeurt. En dat op deze manier ook energie uit de samenleving kan worden gegenereerd om dat te zien niet als iets wat de overheid moet doen, maar als iets dat onze gezamenlijke opdracht is. Onze gezamenlijke taak de komende periode.
Daar vloeit logischerwijs uit voort dat de notie 'dialoog' in dat akkoord zo'n sterke plaats heeft gekregen. De dingen waar ik het over heb kun je niet alleen maar vanuit Den Haag doen. Dat kan alleen als daar alle maatschappelijke krachten zich in die richting mee willen bezighouden. Dat is de achtergrond van de betekenis van dialoog in dat geheel.
Dat is dus zoals ik het zie. Ik ben niet alleen content met het proces en met het feit dat de manier waarop we het hebben aangepakt naar het lijkt in het land op vrij veel waardering kan rekenen; ik ben ook qua resultaat zeer content. Ik stap dus straks met een tevreden gevoel weer op het vliegtuig richting Washington.